zondag, augustus 10, 2008

Taal

Sinds Jasper naar de grotere groep in de creche gaat, praat hij meer en meer. Hele verhalen wauwelt hij tegen niemand in het bijzonder. Daar las ik laatst iets over in de krant, een onderzoeker had bedacht dat we zo als kind leren om te denken. Het is het begin van de gedachtenstroom die een leven lang bij ons blijft en waar we later af en toe gek van worden. Dat eindeloze denken. Ja Jasper oefent denken, en hij oefent ook conversatie. Dat doet ie aan de telefoon, hij kletst hele verhalen tegen familie en vrienden die hij aan de andere kant van de lijn denkt. Als hij door heeft dat ik meeluister dan vindt hij het niet leuk meer, alsof hij zich ook wel realiseert dat het maar spel is. Als je speelt dan moet je niet bekeken worden. En dus luister ik stiekem mee, terwijl ik de keuken opruim of de krant lees. En dan is er ook nog het Nederlands. Praten wil Jasper niet in het Nederlands. No, roept hij een beetje boos als ik er naar vraag, I not do that. Zingen wil hij wel in mama's taal. En dus luisteren we iedere dag naar de cd met Nederlandse kinderliedjes en als ik niet kijk, zingt hij alles mee. Van de beren die broodjes smeren en over opa bakkebaard in zijn huisje. En soms zingen we samen, maar dan zingt Jasper heel zachtjes en dan zie ik hem staren naar mijn mond. Hoe doet mama dat? Als ik dan even stil val, dan zegt hij: No mum, I need to see you mouth. Het is wonderbaarlijk, al dat leren en groeien en ontwikkelen. Toen we in Nederland waren, had Jasper bij oma in de tuin gefietst. Een paar dagen terug ging ik hem ophalen van de creche en vroeg wat hij gedaan had. I play with the bike in the garden, vertelde hij. Oh leuk, zei ik, net zoals bij oma? No mum, silly you, zei Jasper lachend, oma not got a bike, oma got a fiets.

Geen opmerkingen: